Vanaf 2026 moet het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (8e AP) gaan gelden. Onlangs heeft minister Wiersma aangegeven dat de planning is dat de meeste huidige (generieke) maatregelen door blijven lopen. Daarnaast worden ook aanvullende maatregelen doorgevoerd. Soms kan een versoepeling gaan gelden.
8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn
Het 8e AP gaat lopen van 2026 t/m 2029. Met het 8e AP moet aan ‘Brussel’ worden aangeven welke maatregelen Nederland neemt om (op termijn) aan de eisen voor waterkwaliteit van grond- en oppervlakte te voldoen.
Huidige regels met extra maatregelen
De minister heeft aangegeven dat de meeste huidige (generieke) maatregelen en regels vanuit de derogatiebeschikking doorlopen vanaf 2026. Dit betekent dat bijvoorbeeld de regels t.a.v. bufferstroken, teelt rustgewassen en stimuleringsregeling vanggewassen van toepassing blijven.
Aanvullende maatregelen
De minister heeft o.a. de volgende aanvullende maatregelen aangekondigd:
• In de gebieden zuidelijk zand en löss: o Verplichting ‘1 op 3 teelt’ van rustgewassen. Mogelijk dat dit een ‘2 op 6 teelt’ wordt.
o Na graslandvernietiging: stikstofnorm opvolgend gewas afhankelijk van stikstofvoorraad in bodem.
• Verlaging stikstofgebruiksnormen afhankelijk van grondsoort en gewas.
• Verplicht telen van een vanggewas na mais voor alle grondsoorten.
• Aanscherpingen fosfaatgebruiksnorm in gebieden waar oppervlaktewater niet aan fosfaatnorm voldoet.
• Mogelijk maatregelen voor het behoud van grasland.
Mogelijke dat op klei en veen, als de waterkwaliteit goed is, een bufferstrook van max. 1 meter (i.p.v. 3 meter) gaat gelden.