Bedankt voor het doorgeven van uw telefoonnummer.
U wordt zo spoedig mogelijk teruggebeld.

Coronaprotocollen

Coronaprotocollen

Coronaprotocollen

Denkkader 1: Chronologische benadering

  1. Aankomst (en later ook vertrek): aankomst op bijvoorbeeld het parkeerterrein;

  2. Looproute (bij aankomst en later ook vertrek): hoe is de looproute van aankomst naar werkplek (trap, lift);

  3. Samenscholingsplekken (bij aankomst, tussendoor en ook bij vertrek): ontmoeting bij jassen en/of koffiecorner e.d.;

  4. Samen werken: kantoortuinen/magazijnen en grootte van werkplekken c.q. aantal personen per ruimte/kamer;

  5. Looproute 2: looprichting door bedrijfsruimte, kantoor;

  6. Werken bij de klant: wat vraat je aan je klant ter bescherming van je medewerker?

  7. Werken bij de klant: hoe gaat het fysieke vervoer naar de klant (aantal personen per vervoermiddel)? Hoe gaat dat bijvoorbeeld bij bezorgdiensten die met 2 personen op een vrachtwagen zitten?

  8. Pauzes: afstand, gelijktijdig en/of gespreid?

  9. Overlegstructuren: bila’s, trila’s, vergaderingen etc.

  10. Communicatie: naar medewerkers, naar klanten op bezoek, van klanten naar je medewerkers.

Denkkader 2: Spreidingsbenadering

  1. Minder fysiek: vanuit huis (1) of kantoor (2) of vanaf werkplek klant (3) of elders (4);

  2. Meer volgtijdelijk: allemaal tegelijk of spreiding (werktijden, aankomst, vergaderingen, teams, ‘van 9 tot 5’ of bijvoorbeeld ‘van 11 tot 7’ of ‘van 1 tot 9’ etc.);

  3. Anders methodisch: fysiek werken, digitaal werken, mobiel werken, combinaties;

  4. Meer circulair: gelijktijdig om de beurt;

  5. Spreidingseffecten: spreiding leidt tot andere (dal- en/of piek)belasting, andere ‘openingstijden’, (en dus mogelijk) andere kansen en beperkingen.

Denkkader 3: Bedrijfskundige benadering

  1. Heeft het bedrijf een andere strategie nodig?

  2. Sluit de huidige cultuur aan bij de 1,5-meter-economie?

  3. Is een andere manier van samenwerken nodig?

  4. Worden er andere vaardigheden en competenties van medewerkers gevraagd?

  5. Is de huidige organisatiestructuur de juiste?

  6. Zijn er andere middelen nodig om de werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren?

  7. Welke resultaten kunnen worden verwacht? Dienen KPI’s anders te worden benaderd?

  8. Is een ander soort leiderschap nodig?