Bedankt voor het doorgeven van uw telefoonnummer.
U wordt zo spoedig mogelijk teruggebeld.

Derogatie en gronden zonder mest

Heeft u landbouwgrond waarop geen dierlijke mest is toegestaan, dan mag u deze niet meetellen voor derogatie. Wat zijn de gevolgen hiervan? Welke gebruiksnormen gelden dan wel?

Landbouwgrond zonder mest

Landbouwgrond waarop u geen dierlijke mest mag aanwenden en waarop u geen dieren mag weiden, telt niet mee voor de derogatienorm. Ook tellen deze gronden niet mee voor de bepaling van het percentage grasland.

Voorwaarde niet nieuw. Vanaf 2006 is de voorwaarde dat deze landbouwgronden niet mee mogen tellen voor derogatie al opgenomen in de (Europese) derogatiebeschikking. Pas vanaf halverwege 2013 heeft Nederland deze voorwaarde in de nationale regelgeving opgenomen.

Onduidelijkheid. Vorig jaar was het nog onduidelijk hoe deze regel precies uitgelegd moest worden. Het was onder andere niet duidelijk hoe deze grond voor de gebruiksnormenberekening meegeteld moest worden, als de derogatienorm niet van toepassing was. Daarnaast is deze voorwaarde pas tijdens het lopende jaar bekendgemaakt. Bedrijven konden het bouwplan hierop niet meer aanpassen. Dus lijkt het aannemelijk dat dit voor het jaar 2013 geen consequenties heeft.

Nu wel bekend. Voor het jaar 2014 is de regeling wel duidelijk. U zult dus met deze voorwaarde rekening moeten houden.

Beperkt aantal gronden. De voorwaarde heeft alleen betrekking op landbouwgrond waarop u geen dierlijke meststoffen mag aanwenden en waarop u geen dieren mag weiden. Dit zijn bijvoorbeeld bepaalde gronden met een zwaar agrarisch natuurbeheerpakket en enkele soorten akkerranden. Het totaal areaal in Nederland is relatief beperkt.

Niet voor natuurterrein

Heeft u natuurterrein waarop u geen mest mag gebruiken? Deze regelgeving is daarop niet van toepassing. Natuurgronden tellen immers al niet mee voor de gebruiksnormen en niet voor derogatie. Datzelfde geldt voor andere gronden die niet als landbouwgrond worden beschouwd.

Gevolgen. De betreffende landbouwgronden tellen niet mee voor de graslandeis en de verhoogde derogatienorm. Voor de fosfaatgebruiksnormen gelden geen beperkingen.

Niet meetellen voor 80%-graslandeis. De uitgesloten gronden mag u niet meetellen voor de 80%-graslandeis. Voor de berekening van het percentage grasland moet u de oppervlakte geheel buiten beschouwing laten.

Voorbeeld.Stel, een bedrijf met 51 ha landbouwgrond heeft 42 ha grasland, waarvan op 1 ha geen mest aangewend en geen dieren geweid mogen worden, en 9 ha maïsland. Het percentage grasland voor derogatie is op dit bedrijf 82% (41/50).

Wel voor 170 kg N. Ondanks dat op deze gronden geen mest aangewend mag worden, mag u deze grond wel meetellen voor de ‘standaard’ stikstofgebruiksnorm dierlijke mest van 170 kg N per ha. Dit houdt in dat u met drie verschillende normen voor dierlijke mest te maken kunt hebben. Namelijk de derogatienorm van 250 of 230 kg N en 170 kg N op de uitgesloten landbouwgronden.

Fosfaatnorm. Voor deze gronden gelden geen beperkingen voor de fosfaatgebruiksnorm. U mag dus de gedifferentieerde fosfaatnorm op basis van uw grondmonsters hanteren, of de laagste fosfaatnorm als u geen geldige grondmonsters heeft.

Heeft u landbouwgrond waarop geen mest gebruikt mag worden? Tel deze grond dan niet mee voor derogatie. U mag wel de gebruiksnorm dierlijke mest van 170 kg N/ha hanteren.

(Bronvermelding, Indicator, 26 juni 2014)