Vanggewassen die u inzaait in het kader van uw Ecologisch Aandachtsgebied (EA) mogen worden bemest. Onder voorwaarden is, in het kader van de Meststoffenwet, op deze vanggewassen de gebruiksnorm voor groenbemesters van toepassing.
Als u het vanggewas voor 1 september zaait, is de stikstofgebruiksnorm voor groenbemesters van toepassing. Voor een vanggewas dat op of na 1 september wordt gezaaid geldt geen gebruiksnorm.
Op zand- en lössgronden mag de gebruiksnorm alleen worden toegepast als het vanggewas niet voor 1 december wordt geploegd.
De stikstofgebruiksnorm voor groenbemesters is afhankelijk van het type groenbemester en van de grondsoort. Voor een vanggewas na maïs zijn de gebruiksnormen echter niet van toepassing, dit geldt voor alle grondsoorten. In tabel 1 ziet u een overzicht van de gebruiksnormen stikstof voor groenbemesters.
Tabel 1. Gebruiksnorm stikstof groenbemesters1)
Groenbemester | Klei | Zand/löss/veen |
Niet-vlinderbloemige | 60 | 50 |
Vlinderbloemige | 30 | 25 |
1) Geldt niet voor een vanggewas na maïs.
Het EA vanggewas moet bestaan uit een mengsel van soorten. Bij een mengsel van een vlinderbloemige met een niet–vlinderbloemige, bijvoorbeeld rode klaver en gras, geldt de gebruiksnorm van de soort die op het veld het meest is vertegenwoordigd.
U mag het EA vanggewas niet maaien en/of vervoederen. Hierdoor is de gebruiksnorm stikstof voor tijdelijk grasland niet van toepassing.
| Als u het EA vanggewas voor 1 september zaait zijn de stikstofgebruiksnormen voor groenbemesters van toepassing. Wilt u op zand en lössgronden de gebruiksnormen toepassen? Dan dient het vanggewas tot 1 december te blijven staan. |