In 2026 vervalt derogatie. Heeft u nu een derogatiebedrijf en overweegt u om in 2026 een deel van uw grasland om te zetten naar bouwland? Mogelijk vervalt dan uw vrijstelling voor de gewasrotatie-eis vanuit het GLB (GLMC 7).
Niet méér dan 75% grasland: vrijstelling GLMC 7 vervalt
Als u 75% of minder ‘grasland’ overhoudt dan vervalt de vrijstelling voor bepaalde voorwaarden van GLMC 7 ‘Gewasrotatie op bouwland’. U moet vanaf dan ook aan onderstaande voorwaarden voldoen.
Gewasrotatie op 1/3 bouwland
Op 1/3 deel van uw bouwland moet u jaarlijks een ander gewas telen. Dit mag u ook invullen met een volgteelt na de hoofdteelt, mits u de volgteelt laat staan tot de hoofdteelt in het opvolgende jaar.
Overige 2/3 deel: continuteelt beperkt
Binnen deze voorwaarden kunt u op het overige deel (2/3) van uw bouwland ‘continuteelt’ toepassen. Echter, op zand- en lössgrond moet u rekening houden met de rustgewasverplichting. Daarnaast geldt de tweede voorwaarde van GLMC 7 (zie hieronder), waardoor continuteelt maximaal 3 jaar mogelijk is.
Ieder vierde jaar andere hoofdteelt
Zonder vrijstelling voor GLMC 7 moet u op ieder perceel bouwland ieder vierde jaar een ander gewas als hoofdteelt telen. Deze verplichting kunt u niet in vullen met een volgteelt. Heeft u in 2023 t/m 2025 bijvoorbeeld snijmais geteeld, dan moet u in 2026 een ander gewas als hoofdteelt telen.